VGL-Accountants-Adviseurs-B-V

Een fiscaal vriendelijk alternatief voor box 3

Een fiscaal vriendelijk alternatief voor box 3

Vanaf 1 januari 2017 wordt de belastingheffing in box 3 hoogstwaarschijnlijk gewijzigd. Waar nu het vermogen bij een fictief rendement van 4% tegen 30% (effectief 1,2%) wordt belast komt er straks een progressieve belastingheffing in box 3 waarbij het fictieve rendement hoger wordt naarmate de omvang van het vermogen toeneemt. Dit fictieve rendement wordt tevens belast tegen 30%. De belastingheffing voor box 3 vermogen beneden € 100.000 zal vanaf 2017 lager zijn maar voor het vermogen boven € 100.000 zal deze aanzienlijk toenemen. De progressieve effectieve belastingtarieven gaan er waarschijnlijk als volgt uitzien:

vermogen in box 3                                            effectief belastingtarief

Eerste € 25.000                                                  0% (er is nu ook een vrijstelling van € 24.437)

€ 25.000 tot € 100.000                                  0,87%

€ 100.000 tot € 1.000.000                           1,41%

€ 1.000.000 en meer                                       1,65%

Indien u een fiscale partner heeft mag het vermogen over u beiden worden verdeeld en kunt u beiden gebruik maken van de tariefschijven.

Alternatief

In box 2 worden werkelijke opbrengsten en rendementen die u met uw vermogen behaalt, belast. Omdat bij de heffing in box 3 wordt uitgegaan van een fictief rendement terwijl in box 2 het werkelijke rendement leidend is, pakt de heffing in beide boxen anders uit. Voor de belastingheffing maakt het derhalve verschil in welke box uw vermogen zich bevindt.

Voornamelijk bij relatief lage werkelijke rendementen zal de belastingheffing in box 3 relatief hoog zijn en kan het derhalve lonen om het vermogen onder te brengen in box. 2. Bij vermogens boven €  1.000.000 is de belastingheffing in box 2 lager dan die in box 3 bij een gemiddeld rendement beneden 4,13%. Bij een lager werkelijk rendement dan 4,13% is box 2 al vanaf een veel lager vermogen voordelig. Bij een werkelijk rendement van 1% bedraagt de belastingdruk over het vermogen tussen € 100.000 en € 1.000.000 141% en in de B.V. slechts 40%, een verschil van 101%!

Om het vermogen in box 2 onder te kunnen brengen kan er onder andere worden gekozen voor het onderbrengen van het vermogen in een B.V./N.V. of open fonds voor gemene rekening. De B.V./N.V. is juridisch eenvoudiger op te zetten dan het open fonds voor gemene rekening maar heeft ook een aantal nadelen. De grootste nadelen van een B.V./N.V. zijn de jaarlijks plicht om een jaarrekening op te laten maken en de publicatieplicht waardoor derden inzage kunnen krijgen in uw vermogen. Het open fonds voor gemene rekening heeft als grootste nadeel dat de structuur juridisch ingewikkelder is, waardoor goede notariële begeleiding bij het opzetten van de structuur noodzakelijk is. Daarnaast zijn banken niet zo bekend met het open fonds voor gemene rekening waardoor het lastig kan zij om uw tegoeden in het open fonds te krijgen.

Een open fonds voor gemene rekening en een N.V. kunnen onder voorwaarden worden aangemerkt als Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI). Bij een VBI wordt een forfaitair rendement belast met Inkomstenbelasting en is geen Vennootschapsbelasting verschuldigd. Dit kan soms voordelig zijn. Laat u daarom goed adviseren bij het maken van een keuze.

Wenst u meer informatie over dit onderwerp, neemt u dan contact op met een van onze adviseurs.

Laatst bijgewerkt op 30 november 2016.